Er zijn meerdere methodes om te opereren. Ze hangen samen met 2 zaken.
- Ten eerste: hoe kom je bij het lek?
Door middel van het boren van een tunneltje (transmastoid)
Of: via een luikje in de schedel naar de ruimte tussen hersenen en botlaag - Ten Tweede: hoe dicht je het lek?
Dit kan door (pluggen (plugging) of plakken (resurfacing)
Hieronder vat ik de twee meest gangbare methodes samen zoals ik ze begrepen heb van de artsen en diverse publicaties. Nota bene: ik ben geen medicus, dus vraag de arts om meer informatie en toelichting!
1 – Plugging – (transmastoid plugging)
Tijdens de operatie wordt een kanaal in je schedel geboord die rechtstreeks leidt tot het kanaaltje in het evenwichtsorgaan. Zodra men bij het kanaaltje is, wordt het kanaaltje ‘geplugd’. Hierdoor is het dicht, en is het lek er dus ook niet meer. Da’s het goede nieuws. Slechte nieuws is dat je het kanaaltje niet meer hebt. Dus de functie die het had is verdwenen. Je maakt dan ook iets kapot en dat is onherstelbaar. Hoe dan ook, dit leek lange tijd de meest gangbare en gebruikelijke methode – en volgens de arts in Amsterdam (maar niet Maastricht) is dit de meest aangehangen methode.
2 – Resurfacing – (‘middle fossa craniotomy’ eventueel in combinatie met ‘plugging’ )
In eerste instantie sprak deze methode mij het meest aan. In plaats van het hele tunneltje te dichten en dus buiten werking te stellen, kun je ook het gaatje gewoon plakken (resurface), net als een lekke band. Ze doen dit met een stukje bot en/of ander materiaal. Gaatje weg, tunneltje behouden. Klinkt super natuurlijk. Totdat je over de operatie hoort. Om bij dit lek te komen, moeten ze een luikje maken in je schedel (craniotomie) en je hersenvlies (dura) en hersenen een beetje omhoog tillen. Dat is andere koek, dan een tunneltje boren. Bij de operatie is er dan dus ook een neuroloog aanwezig. Professor Stokroos, naar verluid de meeste ervaring op dit gebied in Nederland, is voorstander van deze benadering. Ik begreep dat hij al zo’n 50 operaties op deze wijze met succes heeft uitgevoerd.
3 – Een derde variant is nog wat onbekend, maar lijkt veelbelovend.
Men gebruikt dan kraakbeen om het lek te dichten. Een nadeel van het traditionele stukje bot dat men bij methode 2 gebruikt, is dat het mogelijk niet volledig afsluit omdat de ondergrond rond het gaatje niet perfect glad is. Het voordeel van het gebruikte kraakbeen is dat het groter is, beter afsluit én dat het eventueel zelfs via een tunneltje op z’n plek gelegd kan worden, dus zonder dat de schedel open moet.
Meer informatie hierover lees je in dit artikel van Dr Lundy in de VS (vanaf pagina 47)